Adeline Alison Maidman 1857 

∞ 

Heinrich Jacob Schlechter 1862 

 

Adeline Alison Maidman 1857, moeder van Robert Maidman, Schlechter.
Adeline Alison Maidman werd op 14 juli 1857 te Singapore geboren, als dochter van William Maidman, sailmaker, en Johanna Henreka Hartwick. Zij werd gedoopt op 17 november 1857.
Op 5 april 1887 kreeg zij te Padang aan de westkust van Sumatra een dochter, Selina, en twee jaar later, op 9 april 1889 eveneens te Padang, een zoon, Robert. Beide kinderen hadden een Indo-Europees uiterlijk en werden pas in 1893 ingeschreven in het geboorteregister van de Burgerlijke Stand. Uit de betreffende aktes, verfilmd door de Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (LDS), blijkt dat deze inschrijving gebeurde naar aanleiding van een rekest van Adeline Alison bij de Raad van Justitie te Padang, waarbij de Raad positief beschikte: “Overwegende dat het Reglement op den Burgerlijken Stand (Staatsblad achttien honderd negen en veertig nummer vijf en twintig) blijkens artikel een en veertig en twee en veertig ook inschrijving kent van geboorte acten van kinderen buiten echt verwekt bij eene moeder behorende tot de Europeesche of daarmede gelijkgestelde bevolking …”

De kinderen Selina en Robert werden vervolgens erkend als Selina en Robbert Maidman. De identiteit van de werkelijke, vermoedelijk inlandse, vader is onbekend. Op 26 augustus 1893 treedt Adeline Alison op 36-jarige leeftijd in Kotaradja (Banda Aceh) in het huwelijk met de Duitser Heinrich Jacob Schlechter, soldaat in het KNIL.

De kinderen, eerder erkend als Selina en Robbert Maidman, heetten vanaf dat moment, 26 augustus 1893, Selina Schlechter en Robbert Schlechter. Uit haar huwelijk met Heinrich Jacob Schlechter werden twee kinderen, beide dochters, geboren. Het eerste kind, Maria Hubertine Christine Johanna, werd in Kotaradja op 5 juli 1894 geboren. Het tweede, Henriëtte Jacobine Wilhelmine, in Meester Cornelis op 28 mei 1896 en stierf nog hetzelfde jaar op 11 september.

Van juni 1898 tot juni 1901 verbleven zij in Europa, waarna Heinrich Jacob Schlechter opnieuw tekende om voor zes jaar in Nederlandsch-Indië te dienen. Rond het einde van zijn diensttijd,1907 verliet hij zijn gezin.

Adeline Alison woonde vanaf ongeveer 1909 bij haar dochter Seline Schlechter en schoonzoon Louis Carl Helmuth Trense, Berendrechtslaan in Batavia, waar zij op 31 juli 1912 overleed op de betrekkelijk jonge leeftijd van 55 jaar. Haar overlijden werd dezelfde dag door haar schoonzoon bij de burgerlijke stand van Batavia aangegeven, en uit de akte blijkt hoe weinig de familie wist over haar achtergronden. 

Heinrich Jacob Schlechter, stiefvader van Seline en Robert Schlechter.

Heinrich Jacob Schlechter was een blauwogige Duitser die als Pruis geboren werd in Essen aan de Ruhr op 19 november 1862. Zijn vader heette Jacob Schlechter en zijn moeder Christina Randel.

Heinrich Jacob Schlechter was een blauwogige Duitser die als Pruis geboren werd in Essen aan de Ruhr op 19 november 1862. Zijn vader heette Jacob Schlechter en zijn moeder Christina Randel.

Van 7 november 1882 tot17 september 1885 diende Heinrich Jacob als reserve rekruut bij het Westfaalse Infanterieregiment No. 57. Na zijn ontslag uit Duitse dienst vestigde hij zich eerst in Altendorf, trok kort daarna naar Amsterdam en ging, zoals vele andere avonturiers en gedesillusioneerde buitenlanders in die tijd, in Nederlandse dienst bij de kolonialentroepen.

In het voormalige Koloniale Werfdepot te Harderwijk werd hij onder stamboeknummer 97280 als soldaat ingeschreven voor een dienstverband van zes jaar. Hij ontving een handgeld van 200 gulden.

Op 17 juli 1886 vertrok hij uit Rotterdam met het stoomschip 'Soerabaja' naar Indië waar hij op 27 augustus daaropvolgend te Padang aan land ging. Van daaruit werd hij overgeplaatst naar Atjeh en Onderhorigheden en verwierf voor belangrijke krijgsverrichtingen het erekruis verbonden aan de gesp 'Atjeh 1873-1890'.

Hij verlengde zijn diensttijd met wederom zes jaren. Hij werd bevorderd tot korporaal schoenmaker der infanterie en overgeplaatst naar Batavia. Heinrich Jacob behoorde tot de Evangelische Kerk in Duitsland en hield er nogal strenge opvattingen op na. Zo moesten voor de maaltijd alle gezinsleden staande rondom de tafel eerst een gezamenlijk dank-gebed uitspreken alvorens zij allen, op een teken van hem, mochten gaan zitten. Op 18 juni 1898 werd hem het zilveren en later een gouden medaille voor langdurige trouwe dienst uitgereikt.

Kort daarna, op 22 juli 1898, ging hij per 'SS Oengarang' met de andere gezinsleden voor twee jaar naar Europa waar hij zijn familie in Duitsland bezocht, onder andere de familie P. Fashbender, Gustavestrasse 10, Essen aan de Ruhr. 

Heinrich Jacob Schlechter en Adeline Alison Maidman te Meester Cornelis in 1898 met v.l.n.r.:

hun kinderen Robbert Maidman, Schlechter, Maria Hubertine Christina Johanna Schlechter, blond, en Selina Maidman, Schlechter.

Onderscheidingstekens:

1. Links onder het zilveren medaille voor de schietprijs 1e maal. 2. Rechts boven het zilveren medaille voor de schietprijs 2e maal.

3. Midden boven het zilveren medaille voor trouwe dienst.

Dit onderscheidingsteken is van brons na 6 jaren, van zilver na 12 jaren en van goud na 25 jaren tropendienst.

4. Links boven het erekruis voor belangrijke krijgsverrichtingen verbonden aan de gesp 'Atjeh 1873- 1890'.

Foto uit 1898 Batavia.

 

Op 14 juni 1901 tekende hij opnieuw voor zes jaar dienst bij de koloniale troepen. Het gezin keerde nog diezelfde maand, 22 juni 1901, met het 'SS Koningin Regentes' uit Amsterdam naar Batavia terug. Om onduidelijke redenen beëindigde hij echter na enige jaren voortijdig zijn dienstverband en vertrok hij in 1905 per 'SS Koning Willem II' naar Nederland, vrouw en kinderen aan hun lot overlatend.

Heinrich Jacob Schlechter kon slecht tegen het warme en vochtige klimaat van Indië en besloot naar Europa terug te keren. Hij deed dit echter zonder afscheid te nemen van zijn dochtertje, Maria Hubertine Christine Johanna Schlechter, 9 jaar oud, vermoedelijk omdat het afscheid hem te zwaar zou vallen.

Hij kwam 24 juli te Amsterdam aan en vestigde zich vervolgens in Brussel. Zijn jaar pensioen bedroeg 370 gulden. Toen België in de Eerste Wereldoorlog betrokken geraakte, vluchtte hij naar Nederland en zocht een goed heenkomen in Maastricht waar hij in het logement 'In De Rode Poort', nu Stokstraat 14, van eind maart 1915 tot zijn dood op 29 oktober 1917 verbleef. Zijn stoffelijk overschot werd ter aarde besteld op de Algemene Begraafplaats aan de Tongerseweg te Maastricht.

Stamboeken Heinrich Jacob Schlechter

Geschiedenis Maidman familie.
Uit de Indische almanakken blijkt dat in de negentiende eeuw op de westkust van Sumatra, met name in Padang, een groot aantal personen met de naam Maidman woonden.
Adeline Alison Maidman werd op 14 juli 1857 te Singapore geboren, als dochter van William Maidman, van beroep, sailmaker, en Johanna Henreka Hartwick. De relatie van William met Johanna Henreka Hartwick werd op 11 februari 1862, door huwelijk door de kerk bekrachtigd.
Volgens die zelfde Indische almanakken was er in de tweede helft van de negentiende eeuw slechts één William Maidman te Padang en die trouwde, 62 jaar oud, op 13 april 1891 met Anna Rosina Wilhelmina Williams. Dit huwelijk duurde maar kort, want William overleed reeds twee jaar later. Omdat het hier de enige gedocumenteerde William Maidman op de hele Sumatraanse westkust betreft, was hij mogelijk de vader van Adeline Alison en uit de huwelijksakte van 1891 blijkt inderdaad dat hij eerder gehuwd was met Johanna Henreka Hartwick.

Uit die akte blijken ook de namen van zijn ouders: Richard Robert Maidman en de inlandse vrouw Letitia Agatha.
De in de negentiende en twintigste eeuw in Nederlands-Indië geboren personen met de naam Maidman zijn met zekerheid terug te leiden tot een tweetal voorouders die beiden werden geboren op Sumatra ’s Westkust. Zij waren kinderen van een koopman van de East India Company, Richard Maidman.
Eind achttiende, begin negentiende eeuw was Sumatra slechts gedeeltelijk in Nederlandse handen, met als belangrijkste nederzetting Padang, waar de V.O.C. reeds in 1663 een handelspost oprichtte. Meer naar het zuiden en naar het noorden op de Sumatraanse westkust waren er Engelse nederzettingen van de Honourable East India Company, met als belangrijkste post het Fort Marlborough in Bencoolen, nu Benkulu, alsmede kleinere posten in Tappanooly (Tapanoeli) en Natal naar het noorden, en Croee (Kroë) verder naar het zuiden.
Na een woelige eeuw wisseling is Sumatra grotendeels onder Engelse invloed, en pas met het verdrag van Londen in 1824 werd Sumatra aan Nederland overgedragen waarbij de aanvankelijk Engelse nederzettingen in Nederlandse handen overgaan.

Het oudst bekende lid van de familie Maidman op Sumatra ’s westkust was een koopman van de East India Company. In het boek The British in West Sumatra (1685-1825) van John Bastin wordt melding gemaakt van een handelsfirma te Natal: Broff & Co, Maidman.
Richard Maidman, Senior Merchant, Resident te Natal en hoofd van het Natal Concern en later resident in Kroë.
In Natal zijn er drie kinderen van Richard Maidman geboren: Catharina, John Butter en Richard Robert en wellicht ook de vader van Elizabeth, weeskind in Fort Marlborough.
Catharina Maidman werd omstreeks 1791 te Natal geboren en overleed te Padang op 13 mei 1871. Van haar is alleen de overlijdensakte bekend, waarin staat dat zij bij overlijden 80 jaar oud was, te Natal werd geboren als dochter van Richard Maidman en de Chinese vrouw Nona Giering, en dat zij weduwe was van een persoon geheten Mainjoot. Deze laatste naam kwam in Padang niet voor, wel in Maleisië, Malakka, Singapore, maar gespeld als Minjoot.

John Butter Maidman werd te Natal op 2 september 1792 geboren en overleed te Padang op 3 juli 1883. Overleden op de leeftijd van 91 jaar, geboren te Benkoelen, zoon van Richard Robert Maidman en moeder onbekend.

De nakomelingen van deze kinderen van Richard/Richard Robert/John Butter zijn via huwelijken aan families van Franse, Engelse, Duitse en Nederlandse herkomsten en er zijn veel relaties met inlandse vrouwen/mannen, en een groot deel van deze families en dus ook de Maidmans zijn Indo-Europees.
De namen van de kinderen van John Butter Maidman en Richard Robert Maidman zijn vrijwel uitsluitend Engels, en ook in de volgende generaties komen nog veel Engelse voornamen voor. Na de overdracht in 1824 van Sumatra aan Nederland zijn ze geleidelijk ‘vernederlandst’.
Met name in de tweede helft van de negentiende eeuw zien we bij de Maidmans dan voornamen als Dirk, Frederik, Hendrik en Theodoor.
In de ‘Parish register transcripts Bengal’ bevindt zich de registratie in het overlijdens-register van Fort Marlborough van het overlijden op 2 februari 1798 van ‘Richard Maidman, Esq.’
Richard Maidman, Esq. Esq. Esquire is in het Verenigd Koninkrijk historisch gezien een titel van respect die werd toegekend aan mannen met een hogere sociale rang, met name leden van de landadel.

Nieuwe Maidman familie wapen toegekend in 1765.

Fort Marlborough - Wikipedia

Front gate of Fort Marlborough, Bengkulu 2015-04-19 02 - Fort Marlborough - Wikipedia

https://www.girard-software.com/HermanBelle
Genealogie van de Indische familie Maidman, door Reinoud Vissers en Dolors Pi Pujol.
Reinoud Vissers en Dolors Pi Pujol, Genealogie van de Indische familie Maidman. INN26: 9-46.
De Engelse voorouders en verwanten van de Indische familie Maidman. Reinoud Vissers en Dolors Pi Pujol

Ikat & Djati & Brandal rumah di Belanda. John Schlechter. Doetinchem. E-mailadres: polonia1962@outlook.com

https://sites.google.com/view/williamjohnschlechter