
Frikandelbroodjes
Laatst liep ik naar de winkel om wat boodschappen te doen. Het was een frisse ochtend, en terwijl ik over de stoep slenterde, kwam ik een groep daklozen tegen die zich regelmatig bij elkaar verzamelden. Ze stonden daar, pratend en lachend, maar vooral met blikjes in hun handen. Ze dronken veel. Ik groette hen vriendelijk "Heren, goedemorgen!" en ze wensten mij ook vriendelijk terug.
In de winkel besloot ik belegde broodjes te kopen. Toen ik weer naar buiten liep, zag ik de heren nog steeds staan. Ze waren nog niet dronken. Ik dacht bij mezelf: "Ze zouden wel een ochtendbroodje kunnen gebruiken." Dus ik liep naar hen toe en zei: "Heren, ik heb wat broodjes voor jullie." De mannen keken me verrast aan, en ik zag een paar glimlachen.
Op dat moment kwam er een vrouw, een ‘kakkertje’ met een zuur zuinig mondje, brrrr.., langs. Ze keek naar me en schudde haar hoofd. Ze kwam even naast me lopen en zei met een scherpe toon: "Mijnheer, dat moet u niet meer doen. Zo gaan ze hier nooit meer weg. Het zijn net wilde duiven, mijnheer. Als u ze voert, komen ze altijd terug." Ik keek haar even aan en liep door, maar haar woorden bleven in mijn gedachten hangen.
Toch besloot ik niet van gedachten te veranderen. Ik had iets van: "Laat ze maar komen." Volgende week ga ik frikandellenbroodjes kopen voor de mannen. Ik hoop alleen wel dat ze niet te dronken zijn, want dan komt de frikandellen net zo hard weer terug. Misschien wordt het dan een beetje een rommelige situatie, maar ergens zou ik het stiekem wel grappig vinden als de ‘kakkertje, zuur pruimpje’ weer langskomt en de heren een beetje over hun frikandelbroodjes beginnen te braken.
Zeg jij: ''Wat wil ik hiermee zeggen?''. ''Geen idee…''
Maak jouw eigen website met JouwWeb