William John Schlechter
is van 1941 tot februari 1948 in militaire dienst bij de K.N.I.L.

 

Gevangenentransport: 1942: Bandoeng Java, naar Hitachi Japan 

Bevrijdingstransport: 1945: Hitachi, Yokohama, Manila, Soerabaja

Evacuatievlucht: 1962: Jakarta, Bangkok, Rome, Amsterdam

Nippon Japan bondgenoot van Nazi Duitsland.

De Japanners sluiten al eerder, in oktober 1940, een bondgenootschap met  nazi Duitsland dat Nederland tot capitulatie heeft gedwongen. Op 7 december 1941 begon de oorlog in de Pacific met een Japanse verrassingsaanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor, Hawaï. Onmiddellijk na ontvangst van het nieuws verklaarde de Nederlandse regering in Londen Japan de oorlog.
Het Nederlandse gouvernement kondigde direct een algehele mobilisatie af. De meeste Indonesiërs beschouwden zich echter als toeschouwers in een oorlog die de hunne niet was.

   Nippon                                  Nazi

De Tweede Wereldoorlog in Azië was een imperialistische oorlog, die het Japanse Keizerrijk als As-mogendheid, Nippon Japan, nazi Duitsland en Mussolini Italia , tussen 7 september 1941 en 15 augustus 1945 in Oost-Azië en de Grote Oceaan voerde. In mei 1940 sluiten Duitsland, Italië en Japan het driemogendhedenpact.

As Berlijn-Rome-Tokio”. Duitsland en Japan zijn al verenigd in het anti-komminternpact, het anticommunistisch verdrag. Japan bemoeit zich niet met het Europese front. Als de Italianen in 1943 het regime van Mussolini omverwerpen en zich aansluiten bij de geallieerden, komt het Duitse leger in Italië tegenover de geallieerden te staan. Verschillende bondgenoten van Duitsland sluiten zich later aan bij het Driemogendhedenpact: Hongarije, Slowakije, Roemenië, Bulgarije, Joegoslavië en Kroatië.

.

09-12-1941: Mobilisatie. Willem John Schlechter, Johannes Schlechter, Theodoor Schlechter en Felix Schlechter.
Nederland verklaart op 8 december 1941 Japan de oorlog. Na de aanval door Japan op Pearl Harbor en de daar opvolgende oorlogsverklaring door de Nederlandse regering aan Japan, werd William John Schlechter op 9 december 1941 onder de wapenen geroepen.

Uittreksel stamboek van William John Schlechter

Kampkaart William John Schlechter. Mobile motordienst. MMD.

Van zijn woonadres, Tambak Bajan nr. 29 Soerabaja, wonend met Mej. L. A. Hagenstein, met de trein naar Bandoeng Tjimahi. Na melding bij de kazernes Tjikoedapateuhen is hij ingedeeld bij het onderdeel de 1e Bataljon Genie, automobielcompagnie, Mobile Motordienst M.M.D. Meester Cornelis te buitenzorg, Bogor.

Het 1e Bataljon Genie was een onderdeel van het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) en was gevestigd in Buitenzorg (nu Bogor) op Java. Het bataljon was verantwoordelijk voor de aanleg van wegen, bruggen, andere infrastructuur en het leggen van mijnen en het ontgraven van obstakels.. De Mobile Motordienst (M.M.D.) was een onderdeel van het KNIL dat verantwoordelijk was voor het transport van troepen en materieel. Het bataljon werd opgericht in 1940 en werd ingezet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Meester Cornelis is een voormalige naam van Jatinegara, een wijk in Jakarta.

De geloofwaardigheid van de Indische defensie 1935-1941 

https: Nederland in oorlog met Japan

De Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië

Op 11 januari 1942 landden de eerste Japanse soldaten op Indisch grondgebied. Celebes en Borneo werden al snel bezet; Ambon, Zuid-Sumatra, Bali en Timor volgden spoedig. Tijdens deze operaties was het KNIL getalsmatig niet altijd de mindere van de Japanners, maar bleek het qua gevechtskracht zeer te kort te schieten. De Nederlandse troepen beperkten zich vaak tot een 'verschroeide aarde-tactiek', waarbij olieraffinaderijen, vliegvelden en havens zoveel mogelijk werden vernield om te voorkomen dat zij Japanse handen zouden vallen.

Op 27 februari probeerde een geallieerd eskader onder leiding van de Nederlandse schout-bij-nacht Karel Doorman ten noorden van Java de opstomende Japanse schepen te stuiten. Karel Doorman en meer dan 1.000 geallieerde zeelieden kwamen in de Javazee om het leven, de restanten van het eskader moesten vluchten. In de nacht van 28 februari op 1 maart zetten Japanse troepen de aanval op Java in. De kusten van het hoofdeiland van de Indische archipel waren vanwege hun lengte zeer moeilijk te verdedigen. De Japanners, die het luchtoverwicht bezaten, behielden vrijwel steeds het initiatief en het KNIL trok zich bijna telkens terug. De aftochten ondermijnden het moreel en al na ongeveer een week leek verdere tegenstand zinloos. 

https: 1942 Veroveringen en overgave Java

Op 1 maart 1942 vertrokken Nederlandse troepen, naar aanleiding van de landing van de Japanners op Java, naar Lembang. 

https: Aanval van Japan op Bandoeng

 

Verslag Gemeentelijke sociale dient te Arnhem: William John Schlechter. 

Dossiernummer: A7864/24518W1972

Tandjong Priok Djakarta

Verslag over de verrichtingen der 1e vernielings- compagnie te Buitenzorg, Bogor, van het 1e Bataljon Genie Troepen te Mr. Cornelis, gedurende het tijdvak 8 December 1941 t/m 27 Februari 1942' door H. van Heek.

Op 1 maart 1942 vertrokken Nederlandse troepen, naar aanleiding van de landing van de Japanners op Java, naar Lembang.

 

05-03-1942: trekken Japanse troepen zegevierend Batavia binnen.

 

Op 6 en 7 maart hebben Johannes Schlechter, Felix Schlechter en Theodoor Schlechter deelgenomen aan de frontlinie gevechten tegen het Japanse leger in de omgeving Buitenzorg (Bogor) Tjiandjoer en Bandoeng. William John Schlechter met zijn eenheid het 1e Genie Troepen Mr. Cornelis en de X Bataljon op de theeplantage "Kiara Pajoeng", provincie Tjiandjoer, dorp Bodjong - Pitjoen. Dit kamp lag in het noordelijk deel van Tjimahi.

Kaart West Java; provincie Tjiandjoer en Bandoeng.

08-03-1942: Capitulatie van Nederlands-Indië.

Op 8 maart 1942 capituleerde het KNIL op Java. Meer dan 42.000 Europese KNIL-militairen en Marine mensen werden krijgsgevangen gemaakt, samen met circa 25.000 inheemse KNIL-militairen. De Nederlands-Indische verliezen waren groter: 1.653 Marinemensen en 896 KNIL-militairen verloren het leven. In totaal waren in de Tjimahi kampen ±10.000 krijgsgevangenen ondergebracht.

Wereldoorlog II in Nederlands-Indië – Federatie Indische Nederlanders (federatie-indo.nl)

De Japanse bezetting | Indisch Herinneringscentrum

 

William John Schlechter is gevangen genomen in het dorp BodjongPitjoen in de district Tjiandjoer provincie Tjimahi en overgebracht naar Uniekampong te Batavia. Ook Johannes Schlechter, IV infanterie en Theodoor Schlechter IX infanterie bataljon zijn daar in de buurt gevangen genomen en Felix Schlechter I bataljon te Bogor.

 

Kampkaart William John Schlechter. Capitulatieplaats.

Op 8 maart 1942 moest het Koninklijk Nederlandsch–Indisch Leger, KNIL, officieel capituleren en op 12 maart 1942 tekenen ook de nog overgebleven Britse, Amerikaanse en Australische strijdkrachten de onvoorwaardelijke overgave, en begon de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Eind maart 1942 waren de belangrijkste eilanden alsnog door Japan bezet. Tijdens de bezetting werden ruim 42.000 (Indisch-)Nederlandse militairen van de Koninklijke Marine (KM) en het KNIL krijgsgevangen gemaakt en onder erbarmelijke omstandigheden opgesloten in Jappenkampen.

Collaboratieverklaring: William John Schlechter, Johannes Schlechter, Theodor Schlechter en Felix Schlechter hebben een verklaring van trouw aan het Groot Japans Keizerrijk niet ondertekend.

 

Japanse hulpsoldaten, heiho’s. 

“Laten we meedoen in de verdedigen van het Groot Japans rijk Nippon”.

De Japanse militaire besturen wilden alle KNIL militairen, Manadonezen, Sulawesi, Ambonezen, Malukku en Timorezen die Christenen waren, dwingen tot dienstneming als Japanse hulpsoldaten, heiho’s. Een groot deel van hen hebben zich alsnog als heiho's laten dwingen. De weigeraars werden vervolgens ernstig mishandeld, ook hun gezinnen, waarna hun eigen meerderen hun aanrieden, het verzet op te geven. Velen deden dat.

Van de 90.000 Indo, gemengbloed, KNIL militairen zijn er 70.000 militairen in Japanse dienst (heiho’s) 20.000 de dood en of naar strafkampen. Wie niet wil werken voor de Japanners, het tekenen van een verklaring van trouw aan het Japanse bestuur, gaat naar een werk strafkampen ergens op Java of Japan of de dood.

Bronnen: L. de Jong 1965; R. van Doorn: ‘Verzwegen geschiedenis’2012.

Japanse bezetting en Pacific-oorlog (cijfers) - NIOD

 

Maart 1942: Naar Uniekamp, Kampong Kodja, General Motors.

Een kampement van woonbarakken voor havenkoelies van de KPM, de Rotterdamse Lloyd en de Stoomvaart Maatschappij Nederland in Tandjoeng Priok. De krijgsgevangenen werden tewerkgesteld bij het herstel van de haven en het vliegveld Kemajoran.
Kampcommandant: kapitein Takazawa; Kampbewaking: Japanse militairen en Koreanen. Omstandigheden. Behuizing: geen uitzicht op de buitenwereld: een sombere kamp. Medische keuring: voor een transport werd de ontlasting gecontroleerd op dysenterie.

Glodok gevangenis te Batavia. 

William John Schlechter

Muziek: "Glodok" The Jakarta Kota band

(Ikat-Djati-Brandal 3.38)

01-04-1942: Glodok gevangenis te Batavia.
06-04-1942: Gevlucht uit Glodok gevangenis
01-05-1942: Gearresteerd 5 dagen kooi.
21-05-1942: Gevlucht.
07-06-1942: Gearresteerd. Doodstraf.
07-06-1942: Vrijspraak. 10 dagen kooi.

Glodok gevangenis                                     

Fotolijstje: William John Schlechter zelfgemaakt

De gevangenis lag in het noorden van de huidige stad Jakarta aan de Molenvliet Oost/Gang Lindeteves in de gelijknamige Chinese wijk. In de periode van 6 maart 1942 tot en met 30 november 1943 was dit een krijgsgevangenen werkkamp. De Glodok gevangenis bestond uit een ommuurd terrein met een aantal barakken. Deze barakken stonden rond een binnenplaats, waarop in het midden een waterput. Naast enkele kleinere cellen was er een tiental grotere zalen, die ieder ongeveer vijftig geïnterneerden huisvestten.

Omstandigheden. Behuizing: geen uitzicht op de buitenwereld: een sombere kamp. Medische keuring: voor een transport werd de ontlasting gecontroleerd op dysenterie.

Kampcommandant: kapitein Nomura en kapitein Yamamoto; Kampbewaking: Japanse militairen, Koreanen; Kampleiding: commander C.H. Noble (april 1942), kapitein H.L.A. van den Wall Bake.

Binnenplaats van de Glodok gevangenis. Een zwartwit inkt pentekening. Voorstellend ontspanning op de binnenplaats. 

Lied: Glodok van J. Maas 1942.

Plattegrond Glodok gevangenis 28-02-1945.

 

00-06-1942: Naar Tjimahi Baros 5.

Het kampement Baros 5 ook bekend als het 6e Depot Bataljon en het Kale Koppenkamp (KKK) om hygiënische redenen, in Tjimahi, was tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in de periode van april 1942 tot 25 oktober 1942 een interneringskamp. Het kamp lag ten zuiden van de spoorlijn bij de kampong Baros (Baros, Sukabumi). Het kampement bestond uit nieuw gebouwde barakken. Deze waren in de loop van 1939 al gebouwd. Het kamp was omheind met prikkeldraad en gedek.

Naast krijgsgevangenenkamp, heeft het kamp van 11 oktober 1942 tot 23 augustus 1945 gediend als interneringskamp. Vanaf 23 augustus 1945 tot 23 november 1945 was dit een opvangkamp. In de laatste oorlogsperiode werden hier de resterende Nederlandse 'prominenten' uit bestuur en bedrijfsleven van Java geïnterneerd, evenals joodse mannen en vrijmetselaars.

Andere benamingen: Prominentenkamp, Baros kamp, Bamboekamp, Kale koppenkamp, 6e-Depot Bataljon kamp, Bunsho II Kamp 5, Japanse administratie. Kampcommandant: Kunimoto; Bewaking: Japanse militairen, Koreanen, heiho’s; Kampleiding: J. Bos.

Tekenaar:  Theo Voorstad. 

 Makassar (japansekrijgsgevangenkampen.nl)

08-03-1942: Registratiekaart, Kampkaart van William John Schlechter, Theodoor Schlechter, Felix Schlechter en Johannes Schlechter.

Voor het beheer van de krijgsgevangen en de gevangenkampen hielden de Japanners een administratie bij met daarin per gevangene een registratiekaart. Op die kaart stonden persoonsgegevens en gebeurtenissen.

Gebeurtenissen die op de kaarten zijn vastgelegd betreffen onder andere: opname in gevangenkampen, transporten, maar ook ziekte, bombardementen en overlijden. Per gebeurtenis is de datum, locatie en een korte toelichting aangetekend.
Op bevel van de Japanse bezetter moeten alle Nederlanders van 17 jaar en ouder zich laten registreren. De Japanners gebruiken deze registratie om onderscheid te maken tussen de volbloed Nederlander, de Belanda totok, gemengbloed Nederlander, de Indo Belanda en de Molukkers Ambonezen.

William John Schlechter moet de vereiste informatie op de kaart invullen en heeft een verklaring van trouw aan het Japansbestuur niet ondertekend. 

Eén van de kaarten reist met hem mee tijdens zijn krijgsgevangenschap. De tweede kaart, een kopie van de eerste, wordt opgestuurd naar het Krijgsgevangenen Informatiebureau te Tokio en Genève voor administratieve doeleinden en om familie te kunnen informeren. De Indische Nederlanders werden gedwongen te werken voor de bezetters.

 

Interneringskaart van William John Schlechter, Theodoor Schlechter, Felix Schlechter en Johannes Schlechter

 

William John Schlechter

Japanse pasfoto:  William John Schlechter. Hitachi 1943

Vertaling kampkaart.

Links boven, buiten de kaderlijn, AM/8 dit verwijst naar een telegram met een naamlijst van krijgsgevangenen, doorgeseind naar het Internationale Rode Kruis in Genève.

Linksboven, buiten de kaderlijn, 5415 Japans administratienummer

Boven in het midden: kampnr.: VIII (8) 87 2272.

Kamp:17/08/15 (Japanse jaartelling); Java Camp 1942/08/15, krijgsgevangenschap.

Nummer: No.1 Branch camp of Java POW Camp Bandoeng no. 20300; Tokyo 7B.

No.2 Detached Camp (Cimahi), No.3 Detached Camp (Cimahi)

Volledige naam: Schlechter Willem. Geboren: 1915-04-04.

Nationaliteit: Nederlands A (=Batavia) soldaat

Rang: M. Sld. Tkl. Stambknr.:135015; Onderdeel: Genie 1e Mr. Cornelis Java.

M. = dienstplichtig. Tkl. = Transport compagnie Koninklijke Landmacht.

Plaats gevangenname: Tjiandjoer-Ken, Bodjong-Pitjoeng- Mura

Datum gevangenname: 17/03/08 (Japanse jaartelling) = 1942/03/08

Beroep: Employee Borsumij (Handelsmaatschappij “Borneo Sumatra mij”)

Vader: Schlechter Jan. Moeder: Sumarandak Elisabeth

Plaats van herkomst / geboorte: Rio de Janeiro Brazilië

In tegenstelling tot wat men zou verwachten wordt hier niet de geboorteplaats mee bedoeld. Het Japanse administratieve systeem maakt gebruik van de plaats van herkomst in de zin van een vaste adres dat generaties lang vastligt. Dit veroorzaakte verwarring onder de krijgsgevangenen. Over het algemeen geeft dit veld de plaats aan waar de krijgsgevangene afkomstig was, voordat hij werd opgeroepen voor militaire dienst

Aankomst woonadres: Mej. L. A. Hagenstein; Tambak Bajan no. 29 Soerabaja.

Persoonsnr.: 61312. In veel gevallen bevat dit veld een nummer dat na 1955 door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen werd toegevoegd aan de kaart. Groene cijfers=recht op alle overheidsvoorzieningen.

Opmerkingen en verdere toelichtingen.

Beroep: Employee Borsum (Handelsmaatschappij “Borneo Sumatra mij”)’ De N.V. Borsumij, was een Nederlandse handelsmaatschappij, gevestigd te Den Haag. Adres: Veteran 42-44 te Soerabaja.

N.v. Borsum. is een handelshuis voor de zware industrie. Voor de thee, suiker, rubber en de textiel industrie tot het bouwen van fabrieken. Later kleine huishoudelijke apparaten.

Plaats gevangenname: Tjiandjoer-Ken (Ken=Provincie Tjiandjoer) Bodjong-Pitjoeng- Mura (Mura = Woonplaats/Dorp)

Handschrift van Willem Schlechter, (achterkant foto)

1. 22-05-1943 Aankomst Moij, Tokyo 7B
Hitachi Camp. Kopermijnen
2. additionele correctie (rode medisch
stempel: difterie (?)
3. 06-04-1943 ?
4. 14-04-1943 ?
5. 25-04-1943 vertrokken uit Singapore met schip Kyokko Maru naar Japan
6. 08-09-1945 Evacuatie, overgedragen aan kolonel Griffin in de haven Nagasaki.

Kampkaarten van Theodoor Schlechter, Felix Schlechter en Johannes Schlechter.

Theodoor Schlechter

Felix Schlechter

Johannes Schlechter

 

25-10-1942:Willem Schlechter en Johannes Schlechter van Tjimahi naar Soerabaja per trein.
Theodoor Schlechter en Felix Schlechter richting Batavia, Singapore naar Birma.

25-10-1942: Van Batavia 1, Tjimahi Bandoeng 5, Yogyakarta 9, Surakarta 2 naar Soerabaja 4 

De gevangenen werden in overvolle, geblindeerde goederenwagons van treinen gepropt. In die tropische hitte met potdichte en geblindeerde treinen die dagen of misschien wel weken onderweg waren. Veel van de krijgsgevangenen hebben de transporten niet overleefd.

Er is door de Japanners zeer veel met de krijgsgevangenen en burgergeïnterneerden gezeuld. Verreweg de meeste gevangenen en geïnterneerden hebben tijdens de Japanse bezetting minstens één transport naar een ander kamp meegemaakt, waarbij vrijwel altijd schaarse bezittingen verloren gingen en soms vrienden uit het oog werden verloren. Slechts een beperkt aantal had het (relatieve) geluk de gehele interneringsperiode in één kamp te blijven.

02-11-1942: Aankomst Willem John en Johannes Schlechter te Soerabaja HBS, Jaarmarktterrein.

Eind maart 1942 werden krijgsgevangenen uit Madoera en Midden en Oost-Java, samen met een groep van ongeveer 400 burgermannen uit Soerabaja, geïnterneerd in loodsen, kantoren en bijgebouwen van de Java-China-Japan lijn in de Tandjoeng Perak haven. Ze werden overdag aan het werk gezet, onder meer voor de schoonmaak en herbouwwerkzaamheden aan de haven. Tussen 5 en 15 september werden de Britse, Australische en Amerikaanse krijgsgevangenen naar de HBS in Soerabaja gestuurd. De Nederlandse, Molukse en Menadonese krijgsgevangenen gingen naar het Jaarmarktterrein in Soerabaja. Daarna fungeerden de JCJL-gebouwen als overgangskamp voor transporten van krijgsgevangenen, Javaanse arbeiders en heiho’s op weg naar werkkamp in het oostelijke deel van de Indische Archipel.

Commandant: lt. Hamaguchi; Bewakers: Japanse militairen, Koreanen; Kampleiders: kol. H.J. Ente van Gils.

Tandjoeng Perak haven kamp en kade.

De belangrijkste verzamelkampen in Soerabaja waren ingericht op het Jaarmarkterrein, in de HBS en in het Darmokampement. Grote aantallen krijgsgevangenen werden ingezet bij opruim- en herstelwerk in de haven en op de militaire complexen van de stad. Dit gebeurde doorgaans in buitencorvee vanuit de verzamelkampen, maar ook wel vanuit aparte werkkampen. Van maart 1942 tot september 1942 was in de haven een semi-permanent werkkamp ingericht in gebouwen van de Java-China-Japan Lijn (JCJL). Dit JCJL-kamp diende later ook als doorgangskamp voor krijgsgevangenen die per schip naar elders werden afgevoerd. Aparte werkkampen waren ingericht bij Grissee, circa 18 km ten noordwesten van Soerabaja (maart 1942 tot november 1943), en bij Singosari, ten noordoosten van Malang (tot september 1942). Op beide locaties moest aan een vliegveld gewerkt worden in Grissee.

 

Japanse gevangenenlijst: William John Schlechter; van Java naar Japan.

01-02-1943: Van Soerabaja, Tandjung Priok naar Singapore. Schip: Maebashi Maru 2. 2 dagen varen.

Willem John Schlechter en Johannes Schlechter per oorlogsschip, de Maebashi Maru 2 naar Tandjoeng Priok Batavia en Singapore.
Johannes Schlechter gevangen te Tjimahi, richting Soerabaja-Birma. Treinnr.: 76 H.
Theodoor Schlechter en Felix Schlechter, beide gevangen te Bandoeng, Bogor; richting Batavia naar Birma

De Maebashi Maru 2; andere namen Aramis/ Teia Maru/ Mayebashi Maru.
Maebashi Maru, vertrok op 1-2-1943 met ongeveer 1900 krijgsgevangenen, allemaal Nederlanders uit Soerabaja naar Singapore, de zogenaamde Java Party 12, het 12e krijgsgevangenentransport dat van Java vertrok. De route liep vlak langs de noordkust van Java. Het was een smerig schip, afgewerkte kolen lagen aan dek. Alles, ook de bemanning, zag er zwart en vettig uit. De krijgsgevangenen werden in het voorste ruim gepropt, officieren en manschappen door elkaar. Er waren geen patrijspoorten, de ventilatie werkte niet, er hing een verpeste lucht. Liggend slapen was onmogelijk, iedereen zat met opgetrokken knieën.
Het eten bestond uit wat rijst en vissoep. Door een visvergiftiging werden velen beroerd en moesten over geven. Daarnaast trad nog een vergiftiging op doordat de verdunde permanganaat, gebruikt om eetgerei af te spoelen per ongeluk als thee werd geschonken; maag en buikklachten waren het gevolg. www.onzeplek.nl (Ronald Scholte, reisbeschrijving)

japansekrijgsgevangenkampen.nl/Maebashi Maru 2.htm

03-02-1943: Aankomst Tandjoeng Priok Batavia Java.

Hier werd in verband met de vele zieken aan boord een medische keuring gehouden; hierbij werden ongeveer 200 man afgekeurd en aan wal gebracht. Batavia is een doorgangskamp voor krijgsgevangenen die op transport gingen naar Sumatra, Singapore, Birma, Thailand, China en Japan. In Batavia worden de gevangenen tijdelijk opgesloten in de voormalige kazerne van het KNIL 10e Infant. Bataljon.

05-02-1943: Richting Malakka – Singapore. 4 dagen varen.

09-02-1943: Aankomst Singapore Changi kamp.

De gevangenen werden in open vrachtauto's in de stromende regen getransporteerd naar de kazernes van Changi afdeling. Onderweg hadden ongeveer 300 van hen dysenterie opgelopen. Zij kwamen in de zieken- boeg terecht. De Japanse bewakers traden hard op, ook tegen de zieken. De omstandigheden waren slecht. Changi kamp was een verzamelkamp van waaruit de gevangenen naar verschillende bestemmingen, Soutern Area Changi Hills, NAAFI blok, River Valley werden verspreid.

THAILAND (japansekrijgsgevangenkampen.nl)

 

Naar Birma spoorweg, Johannes Schlechter, Theodoor Schlechter, Felix Schlechter en naar Japan Willem John Schlechter.

De oneven nummers in de lange rij wachtenden gingen naar Birma de even nummers naar Japan.

River Valley.

De mannen werden in open vrachtauto's in de stromende regen getrans­porteerd naar de kazernes van Changi, afdeling Southern Area Changi, Hills River Valley Road , NAAFI-blok. Er waren bij aankomst ongeveer 300 krijgsgevangenen met dysenterie, naar een ziekenhuis) 

Op het terrein waren diverse groepen van barakken, zoals de Selarang barakken, Roberts barakken; 3B+2B Indische kamp: William John  Schlechter. De krijgsgevangenen woonden in hutten van ongeveer dertig meter lang met houten slaapplatforms die plaats konden bieden aan maximaal 150 krijgsgevangenen. En een rooms-katholieke kapel en ook een kleine bibliotheek die bestond uit boeken die waren verzameld in enkele huizen in de buurt van de kampen.

Het gebied begrensd door River Valley Road en Havelock Road werd bezet door krijgsgevangenkampen tijdens de Japanse bezetting (1942-1945). De Havelock Road/River Valley Road-kampen bestonden uit groepen vervallen taphutten die duizenden krijgsgevangenen huisvestten. De kampen werden voornamelijk gerund door de krijgsgevangenen zelf en er werd gezegd dat ze privileges genoten die andere kampen niet hadden, vooral in de vroege stadia van de bezetting, zoals het hebben van een rooms-katholieke kapel en een kleine bibliotheek. De krijgsgevangenen werden ook uit de twee kampen gestuurd om door oorlog verscheurde delen van de stad op te ruimen en te repareren, waaronder het zwaar gebombardeerde Chinatown-gebied.

 

Schema Gevangenentransport van William John Schlechter, Johannes Schlechter, Felix Schlechter en Theodoor Schlechter.

26-04-1943: Vertrokken naar Indochina St. Jacques Hanoi. Schip kyokko Maru. 4 dagen varen.

De meesten werden verplaatst in groepen genaamd Force van A tot L in volgorde van vertrek: G- Force Changi richting Japan met de Kyokko Maru. Aangekomen bij Moji in Japan, waar krijgsgevangenen op Taisho sub kamp, groep van kampen rond Osaka en Kobe.

Java Party 12 Willem John Schlechter: G Force. o.l.v. majoor Glasgow.

G-Force Japan verliet  Changi en vertrok op 26 april 1943 vanuit Singapore naar Japan op de  Kyokko Maru . Aangekomen in Moji in Japan, waar krijgsgevangenen naar het sub kamp Taisho werden gestuurd, een van een groep kampen rond Osaka en Kobe.

japansekrijgsgevangenkampen.nl/Kyokko Maru.htm

 

1e groep: 14 gevangenen werktuigkundige/machinisten.

William John Schlechter.

Schip kyokko Maru. In december '43 werd Kyokko Maru door een Amerikaanse onderzeeër getorpedeerd en voor de kust van Celebes tot zinken gebracht.

2e groep: 1500 Nederlanders en 100 Amerikanen en Engelsen.

Kyokko Maru 旭光 丸

Voltooid als tanker Semiramis en geregistreerd in Willemstad, Curaçao, Nederlandse Antillen voor de Nederlandse Indische Tankstoomboot Maatschappij lijnen van Den Haag. Op 8 december '41 werd Semiramis gemilitariseerd en werd onderdeel van de Koninklijke Marine, RNN.
In februari '42, na de val van Singapore, bracht de bemanning van Semiramis haar tot zinken voor Palembang, Sumatra. Later heeft de Japanse marine haar gelicht, gerepareerd en omgedoopt tot Kyokko Maru. Een vrachtschip, soms aangeduid als Kyoko Maru, Kyokku Maru, Kakko Maru, vertrok op 26-04-1943 met ongeveer 1500 krijgsgevangenen, 1000 Nederlanders, 300 Engelsen en 200 Australiërs, uit Sin­ga­pore naar Japan. Deze krijgsgevangenen behoorden tot de G-Force o.l.v. majoor Glasgow.
Onderweg brak dysenterie uit; er waren geen doktoren onder de krijgs­gevangenen, wel enige ver­ple­gers.
In december '43 werd Kyokko Maru door een Amerikaanse onderzeeër getorpedeerd en voor de kust van Celebes tot zinken gebracht.

29-04-1943: Aankomst Indochina St. Jacques Hanoi.
Het kamp, Havenkamp, bestond uit 4 barakken van 5x20 meter, gelegen aan de Rue Jea Eudel, tegenover de dokken, 10 minuten lopen van de haven.

Thailand VIII; 1D sinds 1-9-1942, 8B sinds 01-09-1944 Dok-kamp 771 Camp Tonking Indo China 21-106.

03-05-1943: Vertrokken richting Taiwan ,Formosa, Takao. 6 dagen varen.

09-05-1943: Aankomst Taiwan Pow Camp-Takao.

Takao Kamp werd voor het eerst geopend in de vroege herfst van 1942 om krijgsgevangenen te huisvesten die via Taiwan naar Japan werden vervoerd. Het was opgesteld in verschillende magazijnen nabij de dokken en de mannen waren voornamelijk bezig met stuwadoorswerk het laden en lossen van schepen en het behandelen van vracht. Er is niet veel bekend over het kamp of de omstandigheden.

Taiwan speelde een belangrijke rol in het systeem van Japanse krijgsgevangenenkampen dat zich tussen 1942 en 1945 uitstrekte over Zuidoost-Azië. Er waren 16 krijgsgevangenenkampen, waaronder twee evacuatiekampen in Taiwan. Onder sadistisch toezicht van de Japanners en Taiwanezen werden geallieerde krijgsgevangenen (Amerikaanse, Britse, Nederlandse, Australische en Canadese) op brute wijze tot slaaf gemaakt op verschillende locaties, waaronder de kopermijn ten zuidwesten van Keelung. Het tragische geallieerde bombardement op het Japanse helschip Enoura Maru vond plaats op 9 januari 1945 in de haven van Takao (Kaohsiung), Taiwan, waarbij meer dan 300 Amerikaanse krijgsgevangenen om het leven kwamen. (bron: Taiwan POW Camps Memorial Society, "powtaiwan.org")

Taiwan Pow Camp-Takao

19-05-1943: Vertrokken naar Moji 2 dagen varen.

21-05-1943: Per trein Moji Osaka Tokyo en Hitachi: William John Schlechter.

22-05-1943: Aankomst Japan Hitachi, 7B, Tokyo gebied. Tokyo gebied: Omori, Yokohama.

Tokyo-07-B Hitachi Camp: Alternatieve namen: Hidachi, Hitaichi, Tokyo 7B. Geopend als Tokyo 8-B, Hitachi Daioin Miyata-cho, Hitachi City, Ibaragi prefectuur / Ibaraki-ken. Hitachi een stad aan de oostkust van Honshoe, ongeveer 100 km ten noord oosten van Tokyo. De fabriek lag aan het riviertje, dat vlak ten noorden van Hitachi in zee uit monde, ongeveer 5 km van zee.
Kampcommandanten: sergeant-majoor Kurita; per 11-4-1945 luitenant Kudaira. Tolk: Onami. Omstandigheden: voeding slecht: rijst met zeewier, lobak bladeren; wonen: barak(ken) met twee verdiepingen medische zorg dokter van Slooten, verpleger Cools. loopgraven glij palen in barak naast loopgraaf; ook vluchtweg naar vallei naast het kamp.

Tokyo 7B (japansekrijgsgevangenkampen.nl) 

https: Kampen in Japan

Kopermijn Hitachi Japan.

Tokyo #7 Roster(RG 407 Box 115)

http://www.mansell.com/pow_resources/camplists/tokyo/tok_07b_hitachi-daioin/tok_07b_hitachi_daionin.html

Butteling, Max J. - Koperraffinaderij Hitachi; dagboek over periode 18-12-1944 – 12-9-1945. Looyen, A.A. - Proces-verbaal, NIOD, IC 061949, 1-7-1945 – 5-9-1945

 

Dagboek van F. Vodegel (Frits) geboren Semarang (Java). Kampgenoot van William John Schlechter. 

16 oktober 1903.Nederlands-Indië, krijgsgevangene. Frits Vodegel is een medewerker van een papierfabriek in Padalarang op Java, als hij gemobiliseerd wordt. Hij wordt als soldaat, 'landstormer' onderdeel van de genietroepen (nummer 55203), gelegerd in Tjimahi (Java). Hier wordt hij op 10 maart 1942 gevangengenomen. Hij komt in krijgsgevangenschap: vanaf 18 oktober 1942 in Batavia, vervolgens vanaf 9 februari 1943 naar Singapore. Hier wordt hij in dit zelfde jaar gedwongen om geregeld aantekeningen te maken van zijn leefomstandigheden.
Doel van het dagboek is om bij overlijden nabestaanden te informeren. Hij krijgt daarvoor een aantekenboekje 'Note book' en schrijfgerei uitgereikt. Iedere maand wordt het dagboek door de tolk gecontroleerd op onregelmatigheden. Hiervan getuigen Japanstalige stempels in het dagboek. De omstandigheden in dit eerste kamp zijn redelijk, afgaande op de vrije dagen, de ontwikkeling van zijn lichaamsgewicht en de ontvangst van Rode Kruis-pakketten.
In mei 1943 wordt hij naar Japan getransporteerd, via de havenstad Moji naar Hitachi, honderd kilometer ten noordoosten van Tokio. Hij krijgt het kampnummer 170 en wordt in een koperfabriek te werk gesteld. Ook hier blijft zijn lichaamsgewicht op peil en worden bijvoorbeeld nieuwe schoenen uitgereikt. Van de uitwassen van het kampregiem, die er zeker geweest zijn, wordt geen melding gemaakt. Hier maakt Vodegel de bevrijding mee, op 15 augustus 1945 ('Belangrijke dag'). Vodegel reist in 1945 naar Manilla - een episode die hij met wat meer kleur beschrijft - waar hij zich bij de genietroepen voegt. Laatste dagboekaantekening 9 september 1945. Hij tekent later aan, dat hij vanaf mei 1947 als soldaat in Bandoeng is gestationeerd. In februari 1948 wordt hij gedemobiliseerd en keert terug naar de burgermaatschappij. Het dagboek bevat achterin meerdere namenlijsten, waaronder een lijst van 244 krijgsgevangenen Hitachi, die op 22 mei 1943 bij aankomst in een kamp in Japan is opgemaakt.

Het dagboek loopt van okt. 43 tot okt. 45, waarna de auteur in het kort vertelt wat aan deze data vooraf ging. Kampen: 10e Bataljon 1 april 1942 tot 1 oktober 1942; Changi 1 oktober 1942 tot 1 februari 1943; Hitachi 1mei 1943 tot 1 oktober 1945.

Vodegel, F.J. & L. - Imexbo

 

Directe kampgenoten van William John Schlechter, 7B Hitachi 1 Japan.

Bron: combinatie van 3 lijsten: van de Jager, Rhoon en F. Vodegel Dagboek

KNR=Kampnummer: 1-250 aankomst: 22-05-1943 Hitachi STB=Stamboeknummer

15-08-1945: Capitulatie van Japan

Op 17 augustus 1945, na de Japanse capitulatie riepen de nationalisten onder leiding van Soekarno de Republiek Indonesië uit.

Op 2 september 1945, ondertekenden de nieuwe Japanse minister van Buitenlandse Zaken Mamoru Shigemitsu en General Yoshijiro Umezu namens het Keizerrijk Japan de capitulatie-overeenkomst. Het tijdstip werd vastgesteld op 09:04 uur plaatselijke tijd. Daarna tekende de Amerikaanse General Douglas MacArthur, bevelhebber van de Amerikaanse strijdkrachten in de Southwest Pacific en opperbevelhebber van de geallieerde grootmachten, het document. Nederlands-Indië viel onder het gezagsgebied van de Britten. De krijgsgevangenen verzamelden zich op plaatsen zoals Nagasaki, Yokohama, Omori en Tokio. 

Ikat & Djati & Brandal rumah di Belanda. John Schlechter. Doetinchem. E-mailadres: polonia1962@outlook.com

https://sites.google.com/view/williamjohnschlechter