
Een wereldmacht zonder eieren.
Een verkiezingscampagne die draait om de prijs van een ei, het klinkt absurd, maar in Trumps wereld is niets te gek. Daar stond hij, weidse armgebaren, vuurrood gezicht, schreeuwend dat de torenhoge eierprijzen het onmiskenbare bewijs waren van ‘debiele Joe Biden’ en diens falen. Geen politieke diepgang, geen inhoud, maar het werkte.
Zijn trouwe bondgenoot J.D. Vance deed er nog een schep bovenop. Volgens hem waren de stijgende eierprijzen slechts het topje van de ijsberg, een voorbode van een economische ramp. Paniek zaaien, een schuldige aanwijzen en hopen dat niemand verder kijkt, de klassieke Trump-strategie. En opnieuw zag ik hoe effectief het was.
Maar hier zit de ironie: Trump zelf hielp deze crisis veroorzaken. Onder het mom van ‘economische bescherming’ voerde hij importtarieven in om Amerika zogenaamd zelfvoorzienend te maken. De werkelijkheid? Nu smeekt hij Europa om eieren. ‘America First’ blijkt in de praktijk vooral ‘America Betaalt Te Veel’. De prijzen stijgen, de afhankelijkheid van buitenlandse markten neemt toe, en de gewone Amerikaan, die ik in de rij bij de supermarkt zie staan, betaalt de rekening.
De man die Amerika zou redden, staat nu als een bedelaar op de wereldmarkt. De kampioen van nationale trots kan zijn land niet eens voorzien van een simpel basisproduct. Een ei. Maar laten we eerlijk zijn: als er één ding is waar Trump echt goed in is, dan is het het verkopen van lucht.
John Tabé hakt door.
Maak jouw eigen website met JouwWeb