Algoritme maakt een mens tot wilsonbekwaam wezen.

Het is een ongemakkelijke ‘waarheid’ die we niet graag onder ogen willen zien, maar de werkelijkheid is onmiskenbaar: algoritmes maken mensen tot wilsonbekwame wezens. Deze kunstmatige intelligentie, deze onzichtbare kracht die onze keuzes beïnvloedt, trekt de controle over onze eigen beslissingen uit onze handen. Wat is de waarde van onze zogenaamde vrije wil als onze gedragingen en keuzes worden gemanipuleerd door onpersoonlijke, maar onmiskenbare technologieën?

Neem bijvoorbeeld de zelfrijdende auto. Als we de handen van het stuur halen, leveren we onszelf over aan een algoritme dat beslist welke routes het beste zijn, welke snelheden gepast zijn en zelfs wanneer het tijd is om te stoppen. Eenmaal overgeleverd aan de technologie, verliezen we als individu niet alleen de macht over ons voertuig, maar ook over de implicaties van elke beslissing die het neemt. Wat gebeurt er als dit algoritme een fout maakt? Wat gebeurt er als die fout ons in een ongeluk stort? Is het dan de schuld van het algoritme, of zijn wij zelf verantwoordelijk voor onze keuzes, ondanks het feit dat we niet langer controle hadden over die keuzes?

Kunnen we nog wel van ‘verantwoordelijkheid’ spreken wanneer algoritmes onze acties sturen? We zouden kunnen stellen dat een individu, wanneer het wordt beïnvloed door algoritmen, zijn wil tot op zekere hoogte verliest. Denk aan sociale mediaplatforms die constant algoritmes gebruiken om onze voorkeuren te analyseren en ons inhoud voor te schotelen die ons gedrag manipuleert. We worden niet langer slechts consumenten van informatie, maar we worden gestuurd, gestuurd door de kunstmatige hand van een algoritme. Is het nog wel terecht om iemand verantwoordelijk te stellen voor zijn of haar gedragingen als die gedragingen in feite het resultaat zijn van een geavanceerde technologie die zijn keuzes bepaalt?

Wanneer iemand door een algoritme is beïnvloed en schadelijk gedrag vertoont, rijst de vraag: kunnen we die persoon nog wel veroordelen? De traditionele veronderstelling in het rechtssysteem is dat iemand alleen strafbaar is als hij of zij in staat is om verantwoordelijkheid te nemen voor de daad. Maar wat als die verantwoordelijkheid volledig ondermijnd wordt door een technologie die bepaalt wat we denken, voelen en doen? Wie is er dan schuldig? Het algoritme? De mens? Of het systeem dat de technologie heeft gecreëerd?

Wat gebeurt er als zelfs de rechters zelf onder invloed staan van algoritmen die hun oordeel sturen? Kunnen zij dan nog wel objectief rechtspreken? Het antwoord is een overtuigend ‘nee’. Rechtspraak vereist onafhankelijkheid en onpartijdigheid, maar als een rechter wordt beïnvloed door dezelfde algoritmen die de rest van de samenleving beïnvloeden, hoe kan hij dan nog een eerlijke uitspraak doen? Als een systeem van kunstmatige intelligentie de besluiten van een rechter beïnvloedt, wordt die rechter in wezen net zo wilsonbekwaam als de persoon die hij moet veroordelen.

Algoritmes hebben de macht om ons denken, onze handelingen en zelfs onze ethiek te sturen. We moeten ons afvragen: als de technologie de controle heeft, kunnen we dan nog wel verantwoordelijkheid nemen voor ons eigen leven? Of zijn we allemaal langzaam aan het evolueren naar wilsonbekwame wezens, gedicteerd door de machines die we zelf hebben gemaakt?

''Denk van wel!''

John E Tabé.


Frikandelbroodjes >